Wat is Punchen
Punchen is een manier om vilt te maken.
De vezels wol hebben weerhaakjes. Als die in elkaar grijpen blijven ze aan elkaar “plakken”.
Wol heeft de eigenschap te krimpen. Beide eigenschappen: weerhaakjes en het krimpen, benut je bij het punchen of vilten. Er zijn twee manieren om te vilten:
– Natvilten. Je maakt de wol nat met heet water en groene zeep en door nu te wrijven, laat je de weerhaakjes in elkaar grijpen en krimpen zodat de wol vast komt te zitten.
– Droogvilten, dit doe je met behulp van naalden die weerhaakjes hebben. De naalden gaan over de ongesponnen wol heen en laten de vezels in elkaar grijpen.
Punchen kan je met de hand doen, het vraagt wel veel tijd. Met een punchmachine ga je machinaal met meerdere naalden over de wol heen. Je gaat de stoffen met elkaar ‘verweven’.
We hebben het het meest over de puncher.
Je kunt met de punchmachine met veel verschillende stoffen werken en er komt geen garen aan te pas.
Je kunt ragfijnestoffen vervormen zoals bijv. organza, chiffonzijde of pongé-zijde. Als je daarna met wol eroverheen puncht, krijg je verschillende effecten.
Het is wel belangrijk dat één van de materialen vezels met weerhaakjes heeft. Zo kan je niet met zijde op zijde punchen; dit heeft een te gladde vezel.
Wel kan je met (sier-)garens op een lap punchen als er losse vezels zijn die zich vast kunnen zetten in de stof.
Het is heus waar!
Zonder naaitechniek of kennis van textiel kan je al veel moois op de punchmachine maken.
Je hoeft alleen een voetpedaal te bedienen en de stof te kunnen sturen/geleiden met je handen.